Open Vld en N-VA willen tekort geneesmiddelen aanpakken
N-VA Kamerlid Kathleen Depoorter en OpenVld Kamerlid Robby De Caluwé dienden samen een wetsvoorstel in om het tekort aan geneesmiddelen op te vangen. De laatste jaren kwam het probleem van...
De tijd waarin mensen hun hele leven lang zelfstandige waren, of ambtenaar, of werknemer, is voorbij. Toch is de sociale zekerheid nog steeds opgesplitst in drie aparte stelsels, elk met hun eigen bijdragen, uitkeringen, regels en procedures. Dat is niet alleen bijzonder complex en duur, het remt ondernemerschap en mobiliteit op de arbeidsmarkt af. Heel wat mensen ervaren het verschil in niveau van de sociale bescherming tussen de drie stelsels terecht als heel onrechtvaardig. Open Vld legt daarom een concreet plan op tafel om de sociale zekerheid fundamenteel te hervormen. In dat plan zit ook de invoering van een nieuw en bijzonder actueel luik binnen de sociale zekerheid: levenslang leren.
De tijd waarin mensen hun hele carrière lang zelfstandige waren, of ambtenaar, of werknemer, is voorbij. Het is tijd om komaf te maken met de opdeling van de sociale zekerheid in drie stelsels. We hervormen de sociale zekerheid naar een hedendaags ‘cappuccinomodel’ dat voor iedereen gelijk is en bestaat uit vier lagen.
De eerste laag is de basisverzekering. Die wordt gefinancierd uit de algemene middelen en bevat de niet-arbeidsgebonden risico’s. Het gaat dan onder andere om de ziekteverzekering, de kinderbijslag, uitkeringen voor personen met een handicap en de sociale bijstand. De tweede laag is de werkverzekering: die wordt gefinancierd met de sociale bijdragen en bevat de arbeidsgebonden risico’s zoals werkloosheid, pensioenen, arbeidsongeschiktheid, arbeidsongevallen en beroepsziekten. De derde laag bevat de aanvullende collectieve verzekeringen, op sectoraal of bedrijfsniveau. Denken we maar aan de tweede pensioenpijler en aanvullende verzekeringen tegen arbeidsongeschiktheid. De vierde laag, tot slot, ligt bij het individu zelf en omvat het pensioensparen en de hospitalisatieverzekeringen.
We voeren ook een nieuw sociaal risico in: het risico op verlies van een job door verouderde kennis en competenties. Het enorme potentieel van automatisering en artificiële intelligentie om extra welvaart te creëren, heeft een belangrijke keerzijde: heel wat taken dreigen irrelevant te worden. De sociale zekerheid moet het mogelijk maken dat mensen zichzelf – ook op latere leeftijd – kunnen bijscholen en zelfs herscholen. Het nieuw sociaal risico inzake opleiding zal zich concretiseren in een opleidingsrekening. Die opleidingsrekening moet ervoor zorgen dat iedereen die het nodig heeft de kans krijgt om zich bij- of om te scholen en dat gedurende twee jaren (voltijds equivalent).
De middelen die nu worden besteed aan lange opzegvergoedingen leiden we deels af naar deze opleidingsrekening. Opzegvergoedingen, zeker voor opzegperiodes van zes maanden of langer, zijn een heel passief instrument. Deze middelen kunnen veel nuttiger worden besteed. Door te investeren in opleiding kunnen ontslagen daarenboven gemakkelijker worden vermeden.
Dankzij de opleidingsrekening kan een werknemer zonder inkomensverlies een opleiding volgen. Die kan als doel hebben om de bestaande functie te kunnen blijven uitoefenen of om nadien een andere functie in te kunnen vullen bij dezelfde werkgever. Maar het kan ook om een opleiding gaan die gericht is op het vinden van een nieuwe job. De werkgever moet uiteraard akkoord gaan. Sterker nog, het doel is dat werkgevers ook opleidingen voorstellen aan hun werknemers. Aangezien de overheid via de opleidingsrekening een deel van de kosten op zich neemt, worden werkgevers volop aangemoedigd om van het nieuwe systeem gebruik te maken.
We evolueren stapsgewijs en beginnen in de volgende legislatuur met de opleidingsrekening en de opwaardering van het zelfstandigenstatuut. Het pensioen van zelfstandigen wordt op dezelfde manier berekend als dat van werknemers.
Zonder extra maatregelen verwacht het Planbureau dat de sociale uitgaven in de komende vijf jaar aanzienlijk sneller zullen stijgen dan de economische groei: terwijl de sociale uitgaven nominaal met gemiddeld 3,8% per jaar zullen groeien, stijgt het bbp met gemiddeld slechts 3% per jaar nominaal. Dit vormt de voornaamste verklaring waarom onze begroting zonder hervormingen opnieuw zal verslechteren. In de volgende legislatuur zullen we dus de sociale zekerheid verder moeten blijven hervormen. En we moeten niet alleen oog hebben voor de komende vijf jaar, maar ook voor de komende twintig jaar. De huidige federale en Vlaamse regering hebben al werk gemaakt van het garanderen van de betaalbaarheid van de vergrijzingskost. Die hervormingen zetten we verder.
De hervormingen binnen de sociale zekerheid situeren zich, naast meer mensen aan het werk krijgen, op drie domeinen: de pensioenen, de gezondheidszorg en de arbeidsongeschiktheid. Op het niveau van de pensioenen dringen bijkomende hervormingen zich op. In tegenstelling tot de vorige keer ligt de focus vandaag niet op het verhogen van de vervroegde of de wettelijke pensioenleeftijd. De nadruk ligt daarentegen op het harmoniseren van de verschillende pensioenstelsels (werknemers, zelfstandigen en ambtenaren), zodat iedereen dezelfde pensioenrechten opbouwt ongeacht in welk stelsel men werkzaam is. De reeds opgebouwde rechten blijven natuurlijk verworven. Daar grijpen we niet op in. We voorzien ook in de nodige overgangsmaatregelen voor zij die dichtbij hun pensioen staan.
In de gezondheidszorg zal het goede werk van de voorbije legislatuur worden verdergezet. De reële groeinorm van 1,5% per jaar zal ook in de volgende legislatuur gelden. We hervormen verder zodat er meer geld naar mensen gaat en minder naar structuren. De patiënt en de kwaliteit van de behandeling staan centraal. Op die manier kunnen we nieuwe behandelingen betaalbaar houden voor iedereen, want elke patiënt heeft recht op de beste zorg.
Ook op het niveau van arbeidsongeschiktheid zijn bijkomende maatregelen nodig om de sterke groei in de uitgaven af te remmen. Zo zal er verder worden gebouwd op de re-integratietrajecten die door de voorgaande federale regering werden ingevoerd. Je mag niet gestraft worden omdat je ziek bent, maar we willen wel samen focussen op datgene wat iemand nog kan in plaats van op wat iemand niet meer kan. Voor die gevallen waar het medisch verantwoord is, zullen we de geleidelijke terugkeer van arbeidsongeschikte personen naar de arbeidsmarkt verder aanmoedigen. Alle partijen moeten hier hun steentje toe bijdragen: de werkgever, de arbeidsongeschikte persoon zelf en de artsen. We gaan voor een sterkere responsabilisering van alle betrokkenen.
N-VA Kamerlid Kathleen Depoorter en OpenVld Kamerlid Robby De Caluwé dienden samen een wetsvoorstel in om het tekort aan geneesmiddelen op te vangen. De laatste jaren kwam het probleem van...
Wat zouden we doen zonder onze ondernemers? Ze creëren jobs, welvaart en brengen leven in hun straat, buurt of gemeente. Ze sponsoren vaak lokale sport-, cultuurverenigingen en geven jongeren kansen...
Een jaar na het uitbreken van de schandalen in de voetbalwereld over makelaars en potentiële omkoping is er weinig tot niets veranderd. Dat goed verdienende sporters minder RSZ-bijdrage betalen dan...
Maggie De Block, minister van Volksgezondheid, heeft vandaag samen met acht Europese collega’s het startschot gegeven voor het International Horizon Scanning Initiative (IHSI). De negen landen bundelen de krachten om...
Vandaag presenteerde minister voor bestrijding van sociale fraude, Philippe De Backer (Open Vld), de laatste cijfers in verband met de flexijobs in ons land in De Standaard. Personen die minstens...
Opinie Maggie De Block In aanloop van de verkiezingen van 26 mei lanceerde ik mijn visie op de toekomst van de sociale zekerheid. Daarmee wilde ik een debat lanceren over hoe...